Slakken, waaronder naaktslakken, zijn een veelvoorkomende plaag in moestuinen en buitenplanten. Ze veroorzaken wereldwijd de meeste schade aan gewassen van alle dieren en insecten, vooral wanneer de luchtvochtigheid hoog is en het regent of recent heeft geregend. Bij nat weer zie je ze door de tuin kruipen en je favoriete planten opeten. In Nederland en België is er de laatste jaren vooral sprake geweest van een toenemende slakkenplaag.

 

Wat zijn naaktslakken

Naaktslakken en huisjesslakken behoren tot de categorie buikpotigen (Gastropoda), een klasse van weekdieren. Deze slakken danken hun naam aan de spieren aan de onderkant van hun lichaam, die verantwoordelijk zijn voor hun voortbeweging. In tegenstelling tot andere slakkensoorten, hebben naaktslakken geen slakkenhuis. Sommige naaktslakken hebben nog wel een kalkhoudende bult of schelp op hun rug als overblijfsel van hun evolutie vanuit huisjesslakken. Naaktslakken zijn zeer gevoelig voor uitdroging omdat ze geen bescherming hebben tegen uitdroging van hun lichaam. Daarom zijn ze vooral actief in vochtige omstandigheden, en verschijnen ze voornamelijk in de avond en ‘s nachts om zon en warmte te vermijden.

Om zich voort te bewegen, trekken naaktslakken hun gespierde “voet” samen en laten ze een dikke laag slijm achter, wat vooral in huis vervelend kan zijn omdat het op meubels blijft plakken. Naaktslakken hebben een voorkeur voor sappige plantenbladeren, zoals sla en kool, en kunnen daarom een plaag vormen voor moestuinen en siertuinen. Naast hun rol als plaag, spelen naaktslakken echter ook een belangrijke rol in ecosystemen door het eten van rottend plantmateriaal en schimmels. Dit is vooral van belang in bossen, parken en andere natuurgebieden. Naaktslakken dienen ook als voedsel voor vogels en egels in je tuin.

Verschillende soorten naaktslakken

Er zijn verschillende soorten naaktslakken, variërend in grootte en leefomgeving. De meest bekende naaktslakken zijn degenen die in tuinen leven, maar de meeste soorten bevinden zich in de zee. De naaktslakken die in de tuin voorkomen, behoren tot de familie van de longslakken en er zijn vier veelvoorkomende soorten in Nederland. De meest voorkomende soort is de rode wegslak (Arion rufus L.), die 10 tot 15 centimeter lang kan worden en tot 2 centimeter breed is. Ondanks de naam kan de kleur variëren van oranje tot zwart, met een rode of oranje rand rond de voet. De zwart wegslak (Arion hortensis Férussac) is de op één na meest voorkomende soort, die van kleur verandert van bruin naar zwart naarmate hij volwassen wordt, maar ook rood, oranje en grijs kan zijn. Daarnaast zijn er nog de lichte aardslak (Limacus flavus L.) en de tijgerslak (Limax maximus L.). Deze laatste twee soorten naaktslakken worden vooral binnenshuis aangetroffen en zijn moeilijk biologisch te bestrijden. Er zijn natuurlijk nog veel meer soorten slakken, die in diverse omgevingen over de hele wereld te vinden zijn.

Naaktslakken in je moestuin

Tuinders hebben vaak te maken met naaktslakken, die aanzienlijke schade kunnen veroorzaken aan gewassen in de moestuin. Deze dieren voeden zich voornamelijk met bladeren en stengels van planten, waardoor hele rijen zaailingen of jonge planten vernietigd kunnen worden. Bovendien kunnen naaktslakken ook ziektes verspreiden, waardoor gezonde planten besmet kunnen raken.

Hoewel naaktslakken een breed scala aan planten in de moestuin kunnen aantasten, zijn sommige gewassen extra gevoelig voor slakkenvraat. Voorbeelden van dergelijke gewassen zijn bladgroenten, wortelgewassen, koolsoorten, aardbeien, bessen en bloemen zoals petunia’s en viooltjes. Het is belangrijk op te merken dat de voorkeur van naaktslakken voor bepaalde gewassen kan variëren afhankelijk van de omgeving en omstandigheden. Daarnaast kan de voorkeur van naaktslakken ook veranderen gedurende het groeiseizoen.

Het beheersen van naaktslakken in de moestuin is van groot belang voor tuinders. Natuurlijke bestrijdingsmethoden zoals aaltjes kunnen hiervoor worden gebruikt. Als er geen slakken te zien zijn in de moestuin maar er wel sprake is van vraatschade aan de gewassen, lees dan ons blog over insectenplagen in de moestuin.

Wanneer kan je het best naaktslakken bestrijden?

aaktslakken zijn het hele jaar door aanwezig op het land. Ze zijn tweeslachtig, wat betekent dat ze zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen hebben en dus eitjes kunnen leggen. Meestal leggen ze deze eitjes in het voorjaar, maar het kan ook later in het jaar gebeuren. Ze leggen de eitjes in groepjes van 20 tot 30 vlak onder de grond in een holletje. Elke slak kan per keer 300 tot 500 eitjes produceren. Na enkele weken komen de eitjes uit. De meeste soorten leven niet langer dan één jaar. Aangezien de slakken het hele jaar door aanwezig zijn, is het mogelijk om ze altijd te bestrijden. Het beste moment om ermee te beginnen is in het voorjaar, wanneer de bodemtemperatuur stijgt en de pas uitgekomen slakjes nog zwak zijn. In deze periode zijn natuurlijke bestrijders zoals aaltjes zeer efficiënt. Door op tijd te bestrijden, blijft de populatie in het begin van het jaar onder controle, waardoor je in het najaar minder last hebt van naaktslakken.

 

Aaltjes tegen het bestrijden van naaktslakken

Er zijn talloze manieren om naaktslakken te bestrijden, net zoals mieren. Sommige methoden werken beter dan andere, maar de meest effectieve manier om ze te bestrijden is door gebruik te maken van insectparasitaire nematoden, oftewel aaltjes. Aaltjes zijn van nature aanwezig in de bodem, maar er zijn er niet genoeg om de naaktslakkenpopulatie onder controle te houden. Door aaltjes op het juiste moment en op de juiste manier in te zetten, kunnen naaktslakken op een natuurlijke wijze worden bestreden zonder schade aan andere nuttige insecten toe te brengen. Onze aaltjes tegen slakken zijn hier te vinden.

Na het uitzetten gaan de aaltjes op jacht in de bodem naar de naaktslakken en dragen ze een bacterie bij zich die de naaktslakken ziek maakt. De slakken trekken zichzelf terug in hun schuilplaats en zullen na 2 tot 10 dagen sterven. Nieuwe aaltjes zullen uit het kadaver van de slak komen om op zoek te gaan naar nieuwe slakken. De aaltjes werken ongeveer 6 weken en kunnen op een eenvoudige manier de slakkenpopulatie in je tuin volledig onder controle houden.

Er zijn verschillende soorten aaltjes die kunnen worden ingezet als biologisch bestrijdingsmiddel tegen naaktslakken, maar de Phasmarhabditis californica werkt het beste. Dit type nematode is vrij recent ontdekt door een Amerikaanse bioloog in Australië en is vele malen effectiever dan zijn voorgangers. Aarzel niet en bestel ze hier direct!

 

Welke hoeveelheid moet ik gebruiken?

Onze Phasmarhabditis californica aaltjes tegen naaktslakken zijn verkrijgbaar in verschillende verpakkingen, afhankelijk van de grootte van het te bestrijden gebied:

  • 10 miljoen aaltjes (voor ongeveer 20m2)
  • 30 miljoen aaltjes (voor ongeveer 60m2)
  • 50 miljoen aaltjes (voor ongeveer 100m2)

De aaltjes worden geleverd in een pakje met mineraal poeder dat opgelost kan worden in water. Meng de juiste hoeveelheid water met het poeder en verspreid de aaltjes met behulp van een gieter over het gebied dat je wilt behandelen. Houd er rekening mee dat de oppervlakte die behandeld moet worden kan verschillen, afhankelijk van de grootte van de slakkenplaag. Hoe meer slakken er zijn, hoe groter de hoeveelheid aaltjes die je nodig hebt.

Om de bestrijding effectief te laten zijn, moet de inzet van de aaltjes na 2 tot 3 weken herhaald worden. Op die manier kunnen alle slakken die bij de eerste behandeling over het hoofd zijn gezien alsnog worden bestreden, zodat de plaag niet terugkomt.

Maak de bodem van je tuin vochtig voor het uitzetten van de aaltjes Dit kan het beste met een gieter of een tuinslang.

Reken uit wat het oppervlakte van het te bestrijden gebied in je tuin is, op basis hiervan kan je bepalen hoeveel aaltjes je ongeveer nodig bent.

  • 10 miljoen (voor circa 20m2)
  • 30 miljoen (voor circa 60m2)

Haal je aaltjes uit de koeling en laat ze ongeveer 30 minuten op kamertemperatuur komen. Meng de aaltjes daarna met de aangegeven hoeveelheid water op onze uitzetinstructie. Je kunt het beste lauw water gebruiken rond de 20 graden. Dit kun je mengen in een emmer of in een gieter. Roer het mengsel goed voor ongeveer 5 minuten. Gebruik het volledige mengsel en laat dit niet te lang staan. Binnen 4 uur na het mengen dient het mengsel uitgezet te zijn bij de planten.

Giet het water met de aaltjes uit over de te bestrijden grond net zoals je normaal water geeft. Zorg ervoor dat de grond gedurende 2 weken nog vochtig wordt gehouden. Dit kan wederom het beste met een gieter of een tuinslang.